De oppositiebank - Openbare verlichting doven zonder kennis of visie

Toegegeven, het huidig bestuur heeft veel tijd gestoken in ‘plaatsbezoek’. De openbare verlichting werd in heel wat straten gecontroleerd; was de toestand zoals op de kaarten aangeduid nog van toepassing? Nog meer tijd ging wellicht verloren bij het aanduiden van welke straatverlichting kan gedoofd worden en welke niet. Maar met welk nut?

Het huidig bestuur dacht waarschijnlijk, zeker na overleg met de N-VA, dat de N-VA fractie de inspanningen zou belonen met een onvoorwaardelijke ‘ja’ op de gemeenteraad.

Helaas werd hier nog maar eens het fundamentele verschil tussen het huidig bestuur en N-VA Herselt pijnlijk blootgelegd.

Het gemeentebestuur wil eigenhandig bepalen welke lamp blijft branden en welke moet gedoofd worden. Voor zowat elk ander beleidsdomein wordt externe deskundigheid ingeroepen, maar voor de openbare verlichting denken College van burgemeester en schepenen zelf voldoende kennis en deskundigheid te hebben. Vreemd, toch?

Het resultaat is een volledig geïsoleerd verlichtingsplan. Het kadert zelfs niet in een algemene visie over de openbare verlichting.

Hebben ze hiermee nu bepaald naar welk type verlichting we in onze gemeente gaan streven? Hebben we bepaald welk type lamp we zullen laten plaatsen bij defect? Hebben we bepaald welke criteria we gaan opleggen aan projectontwikkelaars voor een nieuwe verkaveling? Niets van dit alles.

Dit is een duidelijk verschil tussen het huidig bestuur en de N-VA. Het plan van het huidige bestuur is een besparingsplan, zonder visie, zonder inzicht. Vanuit besparingsoogpunt is het niet meer dan een ecologische schaamlap.

Wat N-VA wil is een algemene visie over openbare verlichting, neergeschreven in een masterplan (zoals dat in veruit de meeste gemeenten gedaan wordt). Pas wanneer die visie er is kan met kennis van zaken een concrete invulling gegeven worden aan het gebruik en onderhoud van de openbare verlichting op het eigen grondgebied.

Peter Keymeulen

Fractieleider gemeenteraad.